BASISBEGINSELEN FOTOGRAFIE

Belichting bepalen

Krijg diafragma, sluitertijd en ISO-instellingen onder de knie voor perfecte belichting en creatieve effecten.

Om inzicht te krijgen in belichting, kan het handig zijn om aan je camera te denken als een hulpmiddel voor het verzamelen van licht. Belichting is gewoon de hoeveelheid licht die we binnenlaten. Als we te weinig licht binnen laten, is de foto donker of onderbelicht. Maar te veel licht betekent een te heldere of overbelichte foto.

Omgevingslicht wordt weerkaatst van objecten en oppervlakken in een scène en je lens leidt dit licht door de camera naar de sensor, zo wordt het beeld gecreëerd. In de modus Auto of Scene kunnen Canon-camera's prima de beste hoeveelheid licht voor een goede belichting bepalen. Maar als je zelf het heft in handen neemt, heb je veel meer creatieve vrijheid.

Diafragma

Een hond staat op gevallen bladeren in een groen bosgebied. Gemaakt met een Canon RF 50mm F1.8 STM-lens, ingesteld op f/20 voor een grotere scherptediepte, zodat zowel de hond als de achtergrond scherp zijn.

Deze twee opnamen hebben dezelfde belichting, maar verschillende diafragma's. Door een klein diafragma te gebruiken voor deze foto, krijg je een grotere scherptediepte met een scherpere achtergrond. Gefotografeerd met een Canon EOS R6 en een Canon RF 50mm F1.8 STM-lens, ingesteld op 1/60 sec, f/20 en ISO20000.

Een hond staat op gevallen bladeren in een groen bosgebied. Gemaakt met een Canon RF 50mm F1.8 STM-lens, ingesteld op f/1.8. Dankzij de geringe scherptediepte is de hond scherp en de achtergrond vaag.

Een groter diafragma vermindert de scherptediepte, zodat een veel kleiner gedeelte van de foto scherp is en het onderwerp duidelijk zichtbaar is tegen de achtergrond en de voorgrond. In dergelijke situaties is een lens met een groot maximaal diafragma, zoals de Canon RF 50mm F1.8 STM, bijzonder nuttig. Gefotografeerd met een Canon EOS R6 en een Canon RF 50mm F1.8 STM-lens, ingesteld op 1/80 sec, f/1.8 en ISO160.

Er zijn drie factoren waarmee je de belichting kunt bepalen. Deze factoren worden samen de belichtingsdriehoek genoemd. Eerst is er het diafragma, daarmee bedoelen we de grootte van de opening in de lens die licht doorlaat. Het diafragma wordt gemeten als een f-getal.

Elke lens heeft verschillende diafragma-instellingen, variërend van groot tot klein. Een groot diafragma wordt met lage cijfers weergegeven. f/2.8 laat bijvoorbeeld meer licht binnen en geeft een vrij geringe scherptediepte (meer vervaging achter je scherpstelpunt). Een klein diafragma wordt met hogere cijfers weergegeven. f/16 laat bijvoorbeeld minder licht binnen en zorgt dat een groter gebied, van de voorgrond tot de achtergrond, scherp wordt weergegeven.

Sluitertijd

Een hond waggelt over een lommerrijk pad. De hond is wazig en onscherp omdat hij bewoog toen de sluiter van de Canon EOS R6 open was.

Een korte sluitertijd is essentieel voor het bevriezen van actiemomenten. Als het onderwerp sneller beweegt dan de sluitertijd, krijg je een onscherpe foto, zoals blijkt uit de illustratie. Gefotografeerd met een Canon EOS R6 en een Canon RF 50mm F1.8 STM-lens, ingesteld op 1/100 sec, f/1.8 en ISO125.

Een hond springt door bladeren in het bos. Hoewel de camera beweegt, wordt nog steeds perfect scherpgesteld dankzij de korte sluitertijd van de Canon EOS R6.

Met een sluitertijd van 1/1600 seconden wordt de beweging van de hond stilgezet. Gefotografeerd met een Canon EOS R6 en een Canon RF 50mm F1.8 STM-lens, ingesteld op 1/1600 sec, f/1.8 en ISO1250.

De tweede factor in onze belichtingsdriehoek is de sluitertijd. Hiermee wordt verwezen naar hoe lang het licht de sensor raakt. Net als water dat door een kraan stroomt, geldt dat hoe langer de sluiter open is, hoe meer licht er doorheen gaat.

Een korte sluitertijd (de sensor is maar korte tijd open) kan handig zijn voor het vastleggen van snelle actie, terwijl een lange sluitertijd (sensor is langer open) geschikter is voor creatieve bewegingsonscherpte-effecten, zoals lichtsporen of lichttekeningen.

ISO en ruis

Een Canon EOS R6-camera op een statief op een groene heuvel, in de zoeker zie je de velden eronder.

Bij het fotograferen van landschappen bij avondlicht biedt ISO100 een optimale beeldkwaliteit en dankzij een klein diafragma krijg je een foto die helemaal scherp is. Daar staat dan wel vaak een trage sluitertijd tegenover, zodat je misschien een statief of een camera met In-body beeldstabilisatie nodig hebt.

De derde factor in onze belichtingsdriehoek is ISO. Hiermee kun je de gevoeligheid voor licht van de sensor aanpassen. Lagere ISO-waarden, zoals ISO100, resulteren in foto's van betere kwaliteit. Hogere ISO-waarden maken de sensor gevoeliger, zodat je minder licht nodig hebt voor de goede belichting. Maar daar staat tegenover dat je meer beeldruis krijgt, en bij zeer hoge ISO-waarden beïnvloedt dat de kwaliteit van de foto.

Doorgaans kun je het beste de laagst mogelijke ISO-waarde gebruiken, maar moderne Canon-camera's leveren toonaangevend goede ISO-prestaties, zodat je zonder probleem bij ISO-waarden van 1600 of hoger prachtige gedetailleerde foto's kunt maken bij weinig licht.

De belichtingsdriehoek

De drie belangrijkste factoren voor belichting - diafragma, sluitertijd en ISO-waarde - werken samen. Wanneer je een van de factoren aanpast, moet je een andere factor dus ook aanpassen als je dezelfde belichting wilt behouden. Je kunt ook de camera de belichting laten compenseren. Daarom kan het handig zijn om deze factoren te zien als de drie zijden van een driehoek. Pas je een van de zijden aan, dan moet je ook een of beide van de andere zijden aanpassen, tenzij je specifiek de belichtingsniveaus wilt verhogen of verlagen.

Als je bijvoorbeeld een kortere sluitertijd gebruikt om een actie te 'bevriezen', wordt je foto wellicht onderbelicht. Ter compensatie moet je dan een groter diafragma of een hogere ISO-waarde gebruiken. En wanneer je een kleiner diafragma gebruikt voor maximale front-to-back scherptediepte, zul je de sluitertijd of ISO-waarde moeten reduceren. Als je zo aan belichting denkt, realiseer je je al snel dat je met een groot aantal verschillende combinaties van instellingen een foto met vergelijkbare belichting kunt maken. En dat jij de creatieve vrijheid hebt om de juiste combinatie voor jouw onderwerp of scène te kiezen.

Belichtingsprogramma's

Een hand houdt een Canon-camera voor een bospad, op het scherm kun je zien hoe het pad verder loopt.

Het gebruik van de handmatige modus (M) in combinatie met Auto ISO is een populaire opnametechniek. Op deze manier kun je de sluitertijd en het diafragma zelf instellen en de ISO-waarde door de camera laten aanpassen aan de scène.

Een bospad met bomen die aan weerszijden over het pad buigen. In de verte zie je drie figuren in het zonlicht. De foto is genomen met een Canon EOS R6.

Deze sfeervolle tunnel van bomen heeft precies de goede balans tussen schaduwen en hooglichten. Met sommige camera's is dit lastig te bereiken bij weinig licht, maar gelukkig kan de EOS R6 zelfs bij hoge ISO-waarden prachtige foto's maken. Als je de handmatige modus met Auto ISO gebruikt, blijft de sluitertijd kort genoeg om de camera met de hand vast te houden, terwijl de ISO-waarde wordt aangepast aan het gebrek aan licht van de scène. Gefotografeerd met een Canon EOS R6 met een Canon RF 24-105mm F4-7.1 IS STM-lens, ingesteld op 105 mm, 1/80 sec, f/7,1 en ISO1600.

Je Canon-camera maakt het je gemakkelijk met verschillende belichtingsmodi waarmee je de belichtingsdriehoek kunt verschuiven. In de modus Programma (P) regel jij de ISO-waarde en selecteert de camera zowel de sluitertijd als het diafragma. Gebruik de modus Sluitertijdvoorkeuze (Tv) om de sluitertijd te wijzigen en de camera de algehele belichting te laten bepalen. En in de modus Diafragmavoorkeuze (Av) bepaal jij het f-getal en stelt de camera de juiste sluitertijd in. Je kunt Auto ISO selecteren of zelf de ISO-waarde instellen. In de modus Handmatig (M) kun je elke gewenste combinatie van diafragma, sluitertijd en ISO-waarde instellen.

EOS R System-camera's beschikken ook over een Fv-modus (Flexibele prioriteit). Hiermee kun je binnen dezelfde modus schakelen tussen het regelen van het diafragma, de sluitertijd, de belichtingscompensatie en de ISO-waarde. Als je een bepaalde instelling wijzigt, wordt de rest automatisch aangepast om de juiste belichting te behouden. Zo kun je de belichting veel sneller en gemakkelijker regelen.

Als je op deze manier de belichting aanpast, kun je creatieve effecten tot stand brengen. Door je foto's donkerder te maken, krijg je diepere kleuren en geef je je foto's meer sfeer, vooral bij landschapsfotografie. Als je de belichting verhoogt, krijg je lichtere schaduwen en krijgt de foto een modernere uitstraling.

Als je de functie reeksopnamen met belichting gebruikt, leg je een scène met verschillende belichtingen vast, waaruit je achteraf de foto kiest die je het mooist vindt. Kies tussen ±1 en ±3 stops op de belichtingsschaal en laat de camera de benodigde aanpassingen aan je instellingen maken.

Lange sluitertijden

Een Canon EOS R6-camera op een statief tegenover vuurwerk dat over zee wordt afgestoken.

Bij een sluitertijd van twee seconden wordt de beweging van de golven onscherp en kan de camera verschillende vuurwerkbursts in één frame vastleggen (zie de grote afbeelding).

Als er minder licht is, moet de sluiter mogelijk langer open blijven. Soms is dat pure noodzaak en soms is het een creatieve keuze om bewegingsonscherpte in de scène te laten ontstaan, misschien omdat je de beweging van water of wolken wilt vervagen. De camera moet perfect stil worden gehouden, dus je hebt echt een statief of een stabiel oppervlak nodig om cameratrilling te voorkomen. Zelfs het indrukken van de ontspanknop kan beweging veroorzaken, dus je kunt het beste een sluiteractivering op afstand gebruiken met de Canon draadloze afstandsbediening BR-E1 of de Canon Camera Connect-app op je telefoon om de sluiter op afstand te activeren. Met de app kun je ook opnamen maken met Bulb-belichting, zodat je de sluiter een paar minuten of langer open kunt houden. Dit is perfect als je foto's wilt maken van vuurwerk of 's nachts van de sterren.

De uitdaging bij opnamen met lange sluitertijd overdag is de sluitertijd zo in te stellen dat er genoeg beweging ontstaat. Idealiter wil je sluitertijden van langer dan een paar seconden, dus houd de ISO laag en het diafragma klein. Het helpt ook om te fotograferen bij bewolkt weer of schaduwrijke omstandigheden, of aan het einde van de dag wanneer het licht zachter is. Je kunt ook investeren in een filter dat je op het einde van je lens bevestigt en dat voorkomt dat er te veel licht binnendringt. Een Neutral Density-filter (ND-filter) werkt het beste.

Belichting naar een hoger niveau tillen

Het naar buiten gevouwen weergavescherm van een Canon EOS R6, waarop je een combinatie van meervoudige belichting ziet.

Met de ingebouwde functie voor meervoudige belichting van de Canon EOS R6 kun je in realtime het effect zien terwijl je de opname maakt. Zo kun je je opnamen met meervoudige belichting perfect samenstellen.

Bosje met door de takken schijnende zon, aan de onderkant afgesneden door de bovenrand van een staande steen. Gemaakt met de meervoudige belichtingsfunctie in de camera van een Canon EOS R6.

Met meervoudige belichting in de camera kun je een onbeperkt aantal creatieve effecten bereiken. Voor deze opname hebben we de modus voor meervoudige belichting ingesteld op Additief en een staande sarsensteen in een kader tegen een heldere hemel geplaatst. Vervolgens hebben we de camera ondersteboven gedraaid en een bosje kreupelhout vastgelegd. Als je een sterke vorm zoals deze fotografeert tegen een heldere achtergrond, blijft het tweede kader beperkt tot de vorm van het eerste. Gefotografeerd met een Canon EOS R6 met een Canon RF 50mm F1.8 STM-lens ingesteld op 1/50 sec, f/8 en ISO100.

Als je weet hoe je de belichting moet bepalen, kun je je creativiteit de vrije loop laten. De meeste systeem- en spiegelreflexcamera’s van Canon hebben een modus voor meervoudige belichting waarmee je meerdere frames kunt combineren. Deze functie is geïnspireerd op de techniek voor meervoudige belichting uit het filmtijdperk waarin hetzelfde filmframe twee keer of vaker werd belicht. Je kunt er allerlei prachtige effecten mee creëren.

Van de drie overvloeiopties in de camera lijkt Additief het meest op de filmtechniek, aangezien het de helderheidswaarden combineert zodat witte gebieden wit blijven. Als je deze modus gebruikt, zoek dan naar opvallende vormen, sterk contrast en opvallende silhouetten.

Als je de volgende keer op pad gaat met je camera, experimenteer dan een beetje met de belichtingsdriehoek en ontdek wat er allemaal met je foto's gebeurt.

Geschreven door James Paterson

Gerelateerde producten

Gerelateerde artikelen