Alle topfotografen zijn ergens begonnen. Voor James Nachtwey, die als een van de meest vooraanstaande beeldmakers wordt beschouwd, begon het allemaal in de vroege jaren 70. Hij was net afgestudeerd in Amerikaanse kunstgeschiedenis en politieke wetenschappen, toen hij een weg insloeg waarop hij enkele van de belangrijke gebeurtenissen ter wereld van de afgelopen veertig jaar zou vastleggen.
De jonge fotograaf had geen fotografieopleiding gedaan, maar was er in zijn hart van overtuigd dat fotografie zijn roeping was. "Ik geloofde erin, en ik geloofde in mezelf", vertelde James aan fotojournalisten in de dop tijdens een Canon Student Development Programme-lezing op het internationale festival voor de journalistiek Visa pour l'Image van 2022. "Dus leerde ik het mezelf aan. Ik huurde een doka, ik leende een camera, ik leerde hoe je foto's moet ontwikkelen en prints moet maken.
"Ik ging naar boekenwinkels en bladerde daar door boeken van bekende fotograven. Dan zette ik ze terug op de plank, want ik had niet genoeg geld om ze te kopen. Ik had fantastische mentors die ik nooit had ontmoet, en ik leerde van ze door hun werk te bestuderen."
Hij vertelt dat het 10 jaar duurde "voordat ik me ook maar enigszins gekwalificeerd voelde om een oorlogsfotograaf te worden, wat mijn ambitie was". Sindsdien is het werk van James vijf keer bekroond met de Robert Capa Gold Medal van de Overseas Press Club of America en heeft hij twee keer de World Press Photo of the Year gewonnen, naast talloze andere bekroningen voor zijn uitzonderlijke verslaggeving van de gebeurtenissen die de wereld hebben veranderd.
Nadat hij ervaring had opgedaan als fotograaf voor kranten, ging James in 1980 als freelancer aan de slag, aangespoord door beelden van de Vietnamoorlog en de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. LIFE-fotograaf Larry Burrows was een enorme inspiratiebron voor James, en hij vond zijn foto's "ontzettend ontroerend en informatief".
James gelooft nog net zo sterk als in het begin van zijn carrière in de fotojournalistiek als een krachtig wapen om de wereld ten goede te veranderen. "Ik werd gedreven door het idee dat een oorlogsfoto kan uitgroeien tot een antioorlogsfoto", legt hij uit. "Een beeld van sociale ongelijkheid kan uitgroeien tot een roep om verandering. Ik geloofde erin dat het mensen iets zou doen als fotografen ze iets lieten zien dat die aandacht verdiende. Mijn motivatie was om fotografie te gebruiken om iets te zeggen over wat er met mensen gebeurt en er vragen over te stellen."
De legendarische fotograaf James Nachtwey over de blijvende kracht van de fotojournalistiek
Fotojournalistiek en de pers
Hij geeft toe dat voor zijn constante doel om belangrijke sociale problemen onder de aandacht te brengen, de pers het meest effectieve middel is. Tegelijkertijd is het cruciaal om onafhankelijk te blijven. "Ik kies zelf welke onderwerpen ik fotografeer, en ik heb mijn eigen manier van fotograferen", zegt James, die al sinds 1984 een vaste fotograaf voor TIME Magazine is. "Dat wordt niet beïnvloed door redacteuren of een andere externe partij. Het is gebaseerd op mijn spontane, persoonlijke reactie op de mensen die ik ontmoet."
Als mensen zich van een kwestie bewust zijn, kan dit ertoe leiden dat ze zich er samen verantwoordelijk voor voelen, benadrukt James. Volgens hem maakt het vermogen om deze overgang te bewerkstelligen, de fotojournalistiek tot zo'n krachtig en waardevol middel voor sociale verandering. Hij legt uit dat de beelden van de Vietnamoorlog en de Amerikaanse burgerrechtenbeweging de publieke opinie mede hebben doen kantelen. "De politici en militaire leiders vertelden mensen het ene. De fotografen lieten ons heel wat anders zien. Ik geloofde de fotografen, en miljoenen anderen met mij."
Hij voegt daaraan toe dat individuele fotojournalisten een belangrijke rol spelen in het verzamelen van informatie en het 'ware verhaal', wat een groot verschil kan maken. "Journalisten wagen vaak hun leven omdat ze vinden dat het cruciaal is dat mensen op de hoogte zijn, dat de stemmen van mensen moeten worden gehoord, dat de samenleving niet goed kan functioneren zonder hun informatie of verhalen.
"Hun werk speelt in op de gevoelens van rechtvaardigheid en medeleven van mensen, hun idee van wat goed en fout is en een bereidheid om je in anderen te verplaatsen, ongeacht de cultuur en de nationaliteit. Ze scheppen een band tussen de mensen die ze in het veld tegenkomen en de denk- en gevoelswereld van miljoenen individuen: hun lezers en kijkers."
Het komt erop neer dat volgens James de journalistiek en fotojournalistiek cruciaal zijn voor een gezonde democratie. "Toegang tot kloppende, actuele en onbevooroordeelde informatie is een fundamentele voorwaarde voor vrijheid. Op die manier kunnen burgers overheidsfunctionarissen tot de verantwoording roepen voor hun uitspraken en daden", zegt hij. "De informatie afkomstig van journalisten is alleen effectief als deze klopt en betrouwbaar is, en als mensen dat ook zo zien. Het vertrouwen van mensen wordt gebaseerd op oprechtheid en transparantie."
Fotografische geschiedenis in de maak
James kijkt met een enigszins sceptische blik naar social media en maakt een nadrukkelijk onderscheid tussen social media en de traditionele media (de pers). "De pers is gebonden aan een ethische code om zo objectief mogelijk van de feiten verslag te doen. Voor social media geldt niet een dergelijke code." Maar op zijn best, erkent hij, "bieden social media een fris perspectief en creativiteit". "Het is een forum voor discussie en de kruisbestuiving van ideeën dat ons kan verenigen."
Fotografen als historici
James vindt dat fotojournalisten "de eerste schets van de geschiedenis" vastleggen. Hij is overtuigd van het vermogen van de fotografie om krachtig en met compassie intieme verhalen van mensen te vertellen die zich in oorlogs- en rampgebieden bevinden. Volgens hem zijn fotografen historici, "maar ze kijken niet terug op het verleden om het te analyseren, ze werken in het hier en nu, waar het heden en de toekomst samenkomen."
Hij denkt dat de fotografie ook "kwesties tastbaar kan maken die anders abstract of ideologisch lijken, of in statistieken blijven hangen", en dat "foto's een band kunnen scheppen, ongeacht waar en wanneer ze zijn gemaakt, en ervoor kunnen zorgen dat een vluchtig moment in het collectief geheugen voortleeft."
James spreekt openlijk over hoe het is om rouw te fotograferen. Hij vindt dat het moeilijkste wat er is, en dat het alleen werkt wanneer mensen de fotograaf erbij willen hebben, om hun kant van het verhaal te laten zien en zelf wat macht terug te pakken. "Je kunt het alleen doen als je je medelevend, respectvol en nederig opstelt", zegt hij. "Veel van de mensen die ik heb gefotografeerd, waren uitgebuit en tot slachtoffer gemaakt. De machthebbers probeerden hun het zwijgen op te leggen en ze onzichtbaar te maken. Maar een fotograaf vestigt de aandacht op hun verhaal."
Op deze manier biedt fotografie "een manier om contact te zoeken met de rest van de wereld, zelfs bij enorm persoonlijk lijden en verdriet. Alsof ze willen zeggen: deze gruwelijkheden, dit lijden, dit onrecht heeft hier plaatsgevonden en is ons aangedaan."
Het is noodzakelijk om de mensen die hij fotografeert waardig te behandelen, legt James uit. Hij laat zien hoe krachtig mensen zijn, zelfs in extreme omstandigheden, zoals op de foto van een uitgehongerde vrouw tijdens de hongersnood van 1992 in Somalië. De uitgemergelde vrouw is te zwak om te staan en ligt in een handkar, maar tilt trots haar hoofd op en kijkt de kijker krachtig aan, waardoor deze zich met haar verbonden voelt. "Deze vrouw heeft vrijwel niks meer, afgezien van haar wil om te overleven. Hoe broos en uitgemergeld ze ook was, ze weigerde om op te geven. Ondanks alle tragedie en verlies dat ze ongetwijfeld had meegemaakt, had ze niet de hoop opgegeven. Waarom zou iemand anders dan de hoop voor haar opgeven?"
Het is zwaar om van zulk lijden getuige te zijn, maar James doet dit werk omdat hij vurig gelooft in het belang ervan. "Het gevoel dat wat ik doe zin heeft, trekt me erdoor heen. Het is niet eens idealisme. Het is de objectieve observatie van het effect dat de journalistiek, en daarmee de beeldjournalistiek, op de publieke opinie kan hebben, en hoe deze kan bijdragen aan verandering."
Op de vraag of hij een plek die hij voor langere tijd of meerdere keren bezoekt, beter gaat begrijpen, reageert hij bevestigend. "Absoluut. Hoe meer tijd je ergens doorbrengt, hoe beter je het gaat begrijpen. Hoe meer je leert over de complexiteiten."
Wat beweegt hem dan om terug te blijven keren? "Het vereist een constante betrokkenheid", antwoordt hij. "De ene crisis volgt de andere op. Waar het ene conflict eindigt, begint een nieuw. Fotografie heeft een krachtig, positief effect op verandering. Het gebeurt nooit zo snel als we zouden willen, maar het gebeurt wel."
"Blijft fotografie bestaan? Absoluut", besluit hij. "Ik denk dat de fotografie nog net zo krachtig is als altijd."
Gerelateerde artikelen
Canon Student Development Programme: wat ik heb geleerd
Overweeg je je aan te melden voor het Canon Student Development Programme? Vijf studenten die deelnamen in 2022 delen hier hun tips om er maximaal je voordeel mee te doen.
Werk en studie combineren: Emirkan Cörüt
De fotografiestudent, agentschapfotograaf en Canon Ambassador deelt zijn tips om als student door te breken als fotojournalist.
Hoe ga je desinformatie in de fotojournalistiek tegen?
We zien steeds vaker gemanipuleerde en 'deepfake' beelden, maar in hoeverre vormen ze een echte bedreiging? Drie branche-experts geven hun mening.
Beeldmateriaal van de frontlinie: de coronaviruscrisis in Italië
Zo brachten fotojournalist Fabio Bucciarelli en filmmaker Francesca Tosarelli de Covid-19-crisis in Noord-Italië wereldwijd onder de aandacht.