Enveloppen laden

ID veelgestelde vraag: 8200051000

Release datum: 03 maart 2008

Oplossing

Gebruik enveloppen van het formaat [European DL/Europees DL] of [US Comm. Env. #10/VS Com. Env #10]. Als het printerstuurprogramma de juiste instellingen bevat, wordt het adres volgens de richting van de envelop afgedrukt.


IMPORTANT
Gebruik niet de volgende enveloppen:
  • Enveloppen met een dubbele (of zelfklevende) klep
  • Enveloppen met een reliëf of een behandeld oppervlak
  • Enveloppen met druksluitingen
  • Enveloppen waarvan de lijmkleppen al vochtig zijn gemaakt en plakken

1. Bereid de enveloppen voor.

  • Maak de enveloppen plat door op alle vier de hoeken en randen van de enveloppen te drukken.

  • Als de enveloppen gekruld zijn, houdt u de tegenoverliggende hoeken vast en buigt u deze voorzichtig in de tegengestelde richting.

  • Als de klep van de envelop is gevouwen, maakt u deze plat.
  • Als de bovenrand van een envelop bol staat of gekruld is, kunt u een pen gebruiken om de envelop plat te strijken en de vouw scherper te maken.

Strijk de envelop plat. Werk vanuit het midden naar de rand.

* Hierboven ziet u een zijaanzicht van de bovenrand van de envelop.


IMPORTANT
  • De enveloppen kunnen vastlopen in de printer als ze niet plat zijn of als de hoeken niet zijn uitgelijnd.
  • Zorg ervoor dat het papier niet meer dan 3 mm / 0,1 inch is opgekruld of opgebold.

2. Laad de enveloppen.

(A) Afdrukrichting
(B) Zorg dat de kleppen zijn dichtgevouwen.

(1) Duw de papiergeleider tegen de linkerkant van de achterste lade.

(2) Laad de envelop tegen de klepgeleider rechts van de achterste lade.
Plaats de envelop met de adreszijde naar BOVEN en de achterklep naar BENEDEN aan de linkerkant.
Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.

(3) Schuif de papiergeleider tegen de linkerzijde van de envelop.
Schuif de papiergeleider niet te stevig aan. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd.

(4) Stel de hendel voor papierdikte in naar links.
Stel de hendel voor papierdikte opnieuw in naar links als u klaar bent met afdrukken.

3. Geef de instellingen op in het printerstuurprogramma.
(1) Selecteer [Envelope/Envelop] in [Media Type/Mediumtype].
(2) Selecteer het formaat voor enveloppen.
Selecteer in Windows [DL Env.] of [Comm. Env. #10] in [Page Size/Paginaformaat].
Selecteer in Macintosh [DL envelop] of [#10 Envelope/nr. 10 envelop] bij [Paper Size/Papierformaat].
(3) Selecteer [Landscape/Liggend] bij [Orientation/Afdrukstand].


IMPORTANT
Zorg ervoor dat de instelling van het printerstuurprogramma juist is. Als u dat niet doet, wordt het adres in de verkeerde stand afgedrukt.

NOTE
Zie 'Afdrukken met Windows' of 'Afdrukken met Macintosh" voor informatie over het instellen van het printerstuurprogramma

Geschikte modellen

  • PIXMA iP100

Hebt u in dit artikel het antwoord op uw vraag gevonden?