Papier laden
ID veelgestelde vraag: 8200210700
Release datum: 11 juni 2008
Oplossing
IMPORTANT
- Als u normaal papier verkleint tot 10 x 15 cm / 4 x 6 inch, 101,6 x 203,2 mm / 4 x 8 inch, 13 x 18 cm / 5 x 7 inch, of 55,0 x 91,0 mm / 2,16 x 3,58 inch (kaartformaat) voor een proefafdruk, kan het papier vastlopen.
- Laad papier altijd in de lengterichting (A). Het laden van papier in de liggende afdrukstand (B) kan papierstoringen veroorzaken.
- Zorg er bij dubbelzijdig afdrukken voor dat er geen ongelijke ondergrond en geen stof of vlekken liggen op het gebied (bureaublad, enz.) waarop het bedrukte papier wordt uitgeworpen. De aanwezigheid van een ongelijke ondergrond en stof of vlekken in dat gebied kunnen een negatieve invloed hebben op de afdrukresultaten en de printer.
NOTE
- Voor het afdrukken van foto's raden wij u aan origineel fotopapier van Canon te gebruiken. Voor meer informatie over origineel papier van Canon raadpleegt u [ Mediumtypen die u kunt gebruiken ].
- U kunt ook standaard kopieerpapier gebruiken. Als u op beide zijden afdrukt, raden wij u aan Canon Super White Paper (Super Wit Papier) te gebruiken. Voor meer informatie over de papierformaten en papiergewichten die u kunt gebruiken raadpleegt u [ Mediumtypen die u kunt gebruiken ].
1.Zorg dat de vier hoeken van het papier plat zijn voordat u het papier laadt.
NOTE
- Maak een nette stapel van het papier voordat u dit laadt. Als u dit niet doet, kan het papier vastlopen in de printer.
- Als het papier gekruld is, buigt u de gekrulde hoeken in de tegenovergestelde richting naar elkaar toe totdat het papier plat is.
2.Maak de printer klaar voor het plaatsen van het papier.
(1) Klap de papiersteun uit.
(2) Pas de positie van de papierdiktehendel aan.
Hiermee stelt u voor het mediumtype de juiste afstand tussen de printkop en het geladen papier in.
Schuif de hendel naar links bij het afdrukken op gewoon papier.
Schuif deze naar rechts als u afdrukt op enveloppen of T-shirttransfers.
NOTE
- Als de hoeken of randen van het papier vlekken bevatten, moet u proberen af te drukken met de hendel voor papierdikte naar rechts ingesteld. Dit kan de afdrukkwaliteit verhogen. Stel de hendel voor papierdikte opnieuw in naar links als u klaar bent met afdrukken.
3.Plaats papier.
(1) Plaats de stapel papier tegen de rechterkant van de achterste lade (A) en plaats het MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE en MET DE ONDERKANT NAAR BOVEN.
NOTE
- Laad het papier niet hoger dan de limietmarkering (B).
(2) Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de stapel papier.
Schuif de papiergeleider niet te hard. Anders wordt het papier misschien niet goed ingevoerd.
NOTE
- Bij het invoeren van papier kan de printer wat geluid maken.
NOTE
Na het laden van papier
- Kies het formaat en type van het geladen papier bij Page Size (Paginaformaat) (of Paper Size (Papierformaat)) en Media Type (Mediumtype) in het printerstuurprogramma. Zie [ Afdrukken vanaf de computer ].
Geschikte modellen
- PIXMA iP1900