ID veelgestelde vraag: 8200978000
Release datum: 26 januari 2011
Voor de instellingen voordat u e-mail/I-fax kunt verzenden/ontvangen (bijbehorende informatie), moeten het IP-adres (bijbehorende informatie) en het apparaat voor verzenden/ontvangen van e-mail/I-fax worden ingesteld. Dit gedeelte beschrijft hoe u de noodzakelijke informatie voor het instellen van het apparaat moet controleren nadat het IP-adres is ingesteld. Ga verder naar "Het apparaat instellen voor het Verzenden/Ontvangen van E-mails en I-Faxen" (bijbehorende informatie) nadat u de informatie hebt gecontroleerd.
- SMTP-authentificatie
Bij deze authentificatiemethode controleert de SMTP-server de gebruikersnaam en het wachtwoord voordat e-mails en I-faxen worden verzonden.
- POP vóór SMTP
Bij deze authentificatiemethode controleert de POP-server POP-adres en het POP-wachtwoord voordat e-mails en I-faxen worden verzonden. Als uw provider deze authenficatiemethode gebruikt, moet u het apparaat ook instellen op het ontvangen van e-mails en I-Fax met behulp van een POP-server. Zie voor details "Voorbereiden op ontvangen van e-mails en I-Faxen".
Als de provider POP vóór SMTP gebruikt als de authenticatiemethode voor het verzenden van e-mails en I-faxen of als u wilt dat dit apparaat e-mails en I-faxen ontvangst met behulp van een POP-server, is de volgende informatie nodig:
Als u op dit apparaat uw huidige e-mailaccount wilt instellen, kunt u bekijken welke informatie vereist is voor uw e-mailsoftware. In dit gedeelte worden de procedures beschreven voor het controleren van uw e-mailaccount met Outlook Express 6.x (de e-mailsoftware die wordt meegeleverd met Windows XP) als voorbeeld.
1. Start Outlook Express 6.x.
2. Selecteer in het menu [Tools] (Extra) de optie [Account] en open het dialoogvenster [Internet Account] (Internet-account).
3. Klik op het tabblad [Mail] (E-mail).
4. Selecteer de account die in gebruik is. Klik op de knop [Properties] (Eigenschap) en open het dialoogvenster [<Account name> Properties] (Eigenschappen voor <Accountnaam>) te openen.
5. Klik op het tabblad [Servers].
De benodigde informatie voor het verzenden van e-mails en I-faxen controleren
1. Controleer het SMTP-serveradres in het vak [Outgoing mail (SMTP)] (Uitgaande e-mail (SMTP)).
Als authentificatie niet nodig is, gaat u door naar Stap 9.
Als er SMTP-authentificatie wordt gebruikt, gaat u door naar Stap 6.
De benodigde informatie voor het ontvangen van e-mails en I-faxen controleren
1. Controleer het POP-serveradres in het vak [Incoming mail (POP3)] (Inkomende e-mail (POP3)), het POP-adres in het vak [Account name] (Accountnaam) en het POP-wachtwoord in het vak [Password] (Wachtwoord). Ga verder naar Stap 9.
6. Klik onder [Outgoing Mail Server] (Server voor uitgaande e-mail) op [Settings] (Instellingen) en open het dialoogvenster [Outgoing Mail Server] (Uitgaande e-mailserver) te openen.
7. Controleer [Account name] (Accountnaam) (de gebruikersnaam die door de SMTP-server wordt gecontroleerd).
8. Als u alle informatie hebt gecontroleerd, klikt u op [Cancel] (Annuleren) en sluit u het dialoogvenster [Outgoing Mail Server] (Server voor uitgaande e-mail) te sluiten.
9. Klik op [Cancel] (Annuleren) en sluit het dialoogvenster [<Account name> Properties] (Eigenschappen voor <Accountnaam>) te sluiten.
10. Klik op [Close] (Sluiten) en sluit het dialoogvenster [Internet Account] (Internet-account) te sluiten.