Het as-a-servicemodel is de afgelopen tien jaar snel gegroeid. In de eerste plaats is dat vanwege de waarde die het model oplevert doordat de last van het beheer wordt weggenomen. In het verleden dachten organisaties soms niet in nieuwe technologie te kunnen investeren, omdat ze niet over de middelen of kennis beschikten voor het beheer daarvan.
Door de operationele verantwoordelijkheid terug te schuiven naar de leverancier, ontstond een oplossing die bij iedereen paste: de mogelijkheden voor investering namen toe, leveranciers kregen betere vooruitzichten op groei en klanten konden beschikken over de gewenste innovatieve mogelijkheden zonder het dagelijks beheer te hoeven doen.
Maar toen de pandemie toesloeg, voorspelde Deloitte, samen met andere analisten, dat as-a-service steeds meer gewaardeerd zou worden vanwege de andere kerneigenschap, namelijk "het vermogen om bedrijven veerkrachtig en flexibel te houden in deze onzekere tijden". En wat bleek: in het tweede kwartaal van 2020, het hoogtepunt van de pandemie, wisten veel technologiebedrijven met as-a-service een hogere omzet te behalen dan met de traditionele verkoop van producten. In het vierde kwartaal van 2020 toonde nieuw onderzoek aan dat 75% van de bedrijven meer dan de helft van hun investeringen in bedrijfstechnologie uitvoerden via as-a-serviceovereenkomsten.