Heeft jouw creativiteit waarde in een generatieve wereld?

5 min
Een donkere achtergrond met een heldere wit-blauwe illustratie van een zijaanzicht van verlichte hersenen.

Een kleine kanttekening voordat we beginnen: de wereld van kunstmatige intelligentie (AI) verandert met zo'n verbazingwekkende snelheid dat alles wat hieronder staat ondertussen alweer verouderd kan zijn. Maar dat weerhoudt ons er niet van om stil te staan bij en ons te richten op de toekomst. Is dat eigenlijk niet wat we al millennialang doen? Door kunst, filosofie, wetenschap, geschiedenis en meer gaan we op zoek naar ons unieke zelf en proberen we de betekenis en het doel van het leven te ontdekken.

In dit opzicht voelt het correct (en heel ironisch) dat generatieve AI ons naar een heel nieuw niveau heeft gebracht van alles in twijfel trekken. In twee artikelen stellen we een aantal vragen en geven we misschien zelfs wat stof tot nadenken. We kunnen de toekomst niet voorspellen, maar dit heeft mensen er nooit van weerhouden om er diep over na te denken.


Per slot van rekening leren en trainen we, oefenen en verbeteren we, berekenen en overpeinzen we. En dat allemaal in het streven naar uitmuntendheid en soms antwoorden. Beeldende kunst, muziek en schrijven zetten ons aan tot acties (zowel positieve als negatieve) op manieren die we vaak niet begrijpen, maar we richten ons op de psychologie om het te proberen. Op zijn minst verbeteren we. Heeft onze fantasie ons niet altijd geholpen in onze uitingen op creatief gebied, waar we in gelijke mate worden gewaardeerd en bewonderd? Deze vaardigheden zijn gevolgen van onze doorleefde ervaring en de wens, nee, de noodzaak om onze ideeën tot leven te brengen. Het is dus volkomen begrijpelijk dat mensen bang en bezorgd zijn geworden over de toekomst door de opkomende mogelijkheden van generatieve AI, maar AI biedt ook veel mooie kansen.

Het anekdotische bewijs wijst ten minste op twee redenen:

Traditioneel was er een onzichtbare scheidingslijn tussen 'creatives' (ontwerpers, fotografen, kunstenaars, enz.) en 'techies' (ontwikkelaars, analisten, engineers, enz.). Tot voor kort bleven beide groepen bij hun eigen expertise tenzij een project vroeg om ervaring van anderen, maar ze deden geen kennis op over het vakgebied van de andere groep. Combineer dit met een bijna constante stroom aan nieuwsberichten en posts op social media waarin de 'verbazingwekkende' mogelijkheden van tools zoals de nieuwe functie 'Generatief vullen' van Adobe Photoshop worden getoond, of schrijvers, illustratoren en fotografen hun frustraties en woede delen. En inderdaad, het ziet er niet goed uit.

Er wordt echter geëxperimenteerd en elke waargenomen scheiding tussen creativiteit en technologie verdwijnt en wordt vervangen door twee partijen: players en stayers. Players vinden het leuk om elke beschikbare AI-tool uit te testen en vinden het geweldig dat ze kunnen rekenen op een nieuwe betrouwbare digitale sidekick die hen tijd kan besparen of een taak zelfs beter kan uitvoeren dan zij zelf. Stayers zijn degenen die hun twijfels hebben over AI en er kritisch naar kijken. Zij zien AI als mogelijke nieuwe concurrent van kunstenaars, schrijvers en fotografen. Je hoeft alleen LinkedIn maar te openen om te zien dat het een discussie is van emotie versus ratio. Maar wie heeft gelijk? Als er überhaupt iemand gelijk heeft...

Een man in een wit T-shirt en jeans knielt in een met graffiti bedekte betonnen ruimte. Hij houdt een Canon-camera vast en richt deze op de grond.

Van pointillisme tot punk, alle kunst heeft zich ontwikkeld door de regels te leren en ze vervolgens met plezier te doorbreken.

"Leer de regels als een professional, zodat je ze als een kunstenaar kunt doorbreken"

Het maakt niet uit of Picasso dit wel of niet heeft gezegd, het is zeker van toepassing op de manier waarop zijn kunst is getransformeerd tot een stijl die meteen herkenbaar is en die AI zonder problemen zou kunnen nabootsen. En hoewel mensen binnen dezelfde parameters werken als kunstmatige intelligentie (de regels van olieverf, de technieken van fotografie, de principes van grammatica en syntaxis), absorberen we ook wat er om ons heen gebeurt, verleggen we de grenzen van het protocol en gebruiken we invloeden in de samenleving, cultuur, politiek, technologie, geografie, wetenschap en andere bronnen om ons te informeren. En dan gaan we oefenen, oefenen, oefenen…

Van pointillisme tot punk, alle kunst heeft zich zo ontwikkeld: regels leren en ze vervolgens met plezier doorbreken. Dit is wat AI momenteel nog op geen enkele zinvolle manier kan bereiken en al helemaal niet zonder dat wij de trainingsgegevens verstrekken of de aanwijzingen aanleveren om die gegevens om te zetten in iets nieuws. Het is echter enigszins verontrustend om te bedenken dat al onze meest geliefde en historische kunststromingen nu misschien wel 'het algoritme voeden'. Betekent dit dat we net als Picasso, die een inspiratiebron is voor velen, zoeken naar een wereld waarin creators worden betaald om de regels te doorbreken en grenzen te verleggen om uiteindelijk originele trainingsgegevens voor AI te verzamelen om de wereld te veroveren, te evenaren en te verslaan? En als de betekenis van 'origineel' verandert, wat doet dit dan met de commerciële waarde op de lange termijn?

Het verwarrende effect

Natuurlijk kan het hierboven beschreven model leiden tot interessante kunst, maar het kan ons ook een aantal geweldige nieuwe ideeën ontzeggen. Maar als het eenmaal in een dataset wordt opgenomen, lijkt het dan niet gewoon op een mix van alle kleuren bij elkaar die uiteindelijk samen bruin worden? We hebben allemaal gezien wat er gebeurt als iedereen dezelfde ontwerpstijlen gebruikt (Corporate Memphis, gaat er een belletje rinkelen?). Het effect is vlak, saai, niet inspirerend en wordt extreem bespot. Is dit wat er gebeurt als het gebruik van AI in muziek, afbeeldingen en schrijven alomtegenwoordig wordt? En wat gebeurt er, zoals al in beperkte mate gebeurt in de fashionindustrie, wanneer AI zichzelf gaat consumeren? We zien overal ter wereld al veel commerciële 'magnolia'-kunst en -ontwerpen, dus dit is een scenario dat helemaal niet moeilijk voor te stellen is. Gaan we om op te vallen 'Human OS' gebruiken aan elk uiteinde van het creatieve spectrum om AI-gegenereerd werk naar een creatiever niveau te tillen? En zo de verwarring wegnemen en het werk meer culturele relevantie geven? Worden wij dan de bron en de bestemming, de maker en de editor, en doet AI al het werk daartussenin?

Om een dergelijke vraag te bespreken, moet je een open geest hebben, vanuit verschillende standpunten naar de kwestie kijken en het niet alleen maar op jezelf betrekken. We staan stil bij enkele van de mogelijke effecten van generatieve AI op de wereld van creatives. We gebruiken vaker het woord 'creatives' dan 'fotografen', 'digitale kunstenaars', 'grafisch ontwerpers' of zelfs 'schrijvers'. Dit komt gewoon doordat we, hoewel we gespecialiseerd zijn, vaak verschillende disciplines nodig hebben om onze artistieke doelen te bereiken. En in dit opzicht lijken we meer op AI dan we misschien zouden willen toegeven.

Verwant