Groter dan Hollywood: de stille opkomst van de Nigeriaanse cinema

6 min
Nollywood

Het is de op één na grootste filmindustrie ter wereld, met productieaantallen die alleen nog die van Bollywood voor zich moet laten. Maar de Nigeriaanse cinema zet nu nog hoger in op productiekwaliteit en richt zich op een jongere generatie. We bekijken de succesvolle opkomst van Nollywood en de rol die Canon heeft gespeeld bij het ondersteunen van een nieuwe generatie filmmakers.

Toen de Nigeriaanse film Half a Yellow Sun in 2013 uitkwam in de bioscoop, kon niemand voorspellen welke impact deze zou hebben op de lokale filmindustrie en haar toekomst.

De hoofdrollen in het aangrijpende verhaal over de Biafra-oorlog die in het land woedde, beleefd door de ogen van twee zussen en hun verschillende, maar met elkaar verwerven levens, werden gespeeld door internationale sterren Thandi Newton, Chiwetel Ejiofor en John Boyega.

Het was een doorslaand succes. Geen enkele Nigeriaanse film had ooit zoveel geld opgebracht of zoveel lovende kritieken gekregen - de hele, voorheen lokale, filmindustrie kreeg een groter, wereldwijder podium dan ooit tevoren.

En nu, tien jaar later, is Nollywood (zoals het vanaf die tijd werd genoemd) de op een na grootste filmindustrie ter wereld, tussen Bollywood en Hollywood in.

De meer dan 1000 films die per jaar worden uitgebracht, getuigen van de ongelooflijke productiviteit van de lokale industrie. En niet alleen de aantallen groeien, ook de productiekwaliteit, waaraan Canon al jaren heeft bijgedragen via workshops, jeugdprogramma's en film- en productieapparatuur, neemt een enorme vlucht. Maar hoe zijn we eigenlijk op dit punt beland?

Leke Alabi-Isama, fotografie- en filmtrainer voor het Miraisha-programma van Canon, herleidt de geschiedenis van de Nigeriaanse cinema, van zijn wortels in het koloniale tijdperk tot de droomfabriek die het is geworden.

Lege videobanden en een gedurfd plan

"Ik heb de geschiedenis van de Nigeriaanse cinema opgesplitst in drie tijdperken", legt Leke uit. "Het koloniale tijdperk, het tijdperk van de thuisvideo en de nieuwe Nigeriaanse cinema."

Het begon allemaal rond de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen bioscopen in het hele land beeldmateriaal begonnen te vertonen van opgenomen live-optredens van reizende groepen artiesten in Nigeria. "Dit was de eerste keer dat Nigeria kennismaakte met de bioscoopcultuur", voegt hij eraan toe. "En het viel samen met een decennium van grote welvaart in Nigeria, toen de filmindustrie opbloeide en meer besteedbaar inkomen ervoor zorgde dat meer huishoudens dan ooit een eigen tv bezaten."

In de jaren tachtig keken gezinnen massaal naar een sitcom met de titel 'Papa Ajasco', en de verfilming van de spin-off daarvan werd de eerste kaskraker van de Nigeriaanse cinema. Maar het was helaas geen lang leven beschoren, want in 1984 verstoorden de politieke verschuivingen in Nigeria het hele entertainmentlandschap. Financiering voor zelf-ontwikkelde series zoals Papa Ajasco droogde op en het gat werd opgevuld door Zuid-Amerikaanse sitcoms.

"In deze periode werden er bijna geen films gemaakt en de nadruk lag vooral op tv-programma's in plaats van op bioscoop", zegt Leke.

Maar dat veranderde in 1992, toen een man met de naam Kenneth Nnebue een film schreef genaamd Living in Bondage."

Kenneth Nnebue had een eenvoudig, maar ingenieus idee: "In plaats van het normale proces van een filmpremière in de bioscoop en na verloop van tijd de distributie van de film via VHS, nam Kenneth de film rechtstreeks op VHS op en zo begon het tijdperk van de homevideo-rage", zegt Leke.

Vanaf dat moment en gedurende het decennium dat daarop volgde, werden duizenden films op diezelfde manier geproduceerd: ze werden rechtstreeks op VHS opgenomen en de bioscopen werden volledig genegeerd. Films konden binnen een paar weken worden gedistribueerd en het kwam zelfs voor dat een producent twee films per maand uitbracht. De films draaiden meestal om sociale en culturele kwesties, wat vaak betekende dat het verhaal belangrijker was dan de productiewaarden.

"Hoe productief de Nigeriaanse filmindustrie ook was, ze zat duidelijk vast in een sleur", zegt hij. "Of je hield ervan, of je haatte het. En deze fase heeft bijna tien jaar geduurd, totdat uiteindelijk zo rond 2002/2003 de nieuwe Nigeriaanse cinema opkwam."

Een groep studenten staat om een Canon Pro-videocamera heen

Een groep studenten staat om een Canon Pro-videocamera heen

Nieuwe Nigeriaanse cinema

Na jaren van militair bewind keerde in 1999 de democratie terug in Nigeria. Vele oorlogsmigranten konden daardoor weer naar huis en de vaardigheden en het geld dat ze in het buitenland hadden verzameld, meenemen.

Tijdens hun afwezigheid hadden sommigen in de filmindustrie gewerkt en technieken geleerd die konden worden toegepast op zelfontwikkelde films. En hoewel de filmindustrie nog steeds verzadigd was met straight-to-video-inhoud, waren er enkele vooruitstrevende denkers die een andere pad in durfden te slaan.

De in 2004 gestarte keten Silverbird Cinemas vertoonde voornamelijk westerse films totdat een man genaamd Kunle Afolayan terugkwam van de filmschool in New York. Zijn debuut, de bovennatuurlijke thriller Irapada, zette de Nigeriaanse filmindustrie op haar kop, waardoor er meer aandacht kwam voor alle mogelijkheden van lokaal geproduceerde films.

Onderscheidingen volgden en in no-time stond de Nigeriaanse cinema wereldwijd in de belangstelling. "Nigerianen waren gewend aan de kwaliteit van Hollywood-films en konden dat goed zien aan de kwaliteit van de Nigeriaanse cinema", legt Leke uit.

"Het verhaal was dus niet alleen goed, ook het beeld was nu standaard van goede kwaliteit. Dat veroorzaakte een verschuiving in de mentaliteit van Nigeriaanse producenten en regisseurs. Ze beseften dat er veel meer moest worden gedaan om het niveau van Hollywood te halen."

Nigerianen waren gewend aan de kwaliteit van Hollywood-films en konden dat goed zien aan de kwaliteit van de Nigeriaanse cinema."

Hij zegt dat de release van Half a Yellow Sun in 2013 het omslagpunt vormde. "Dit was de film die de harten van Nigeriaanse mensen echt raakte", voegt hij eraan toe. "En lokale filmmakers beseften dat eigenlijk niets onmogelijk was, zolang ze het geld er maar voor hadden."

Nieuwe kansen voor jonge, ambitieuze Nigeriaanse filmmakers

Sinds Half a Yellow Sun is het er alleen maar beter op geworden, vooral voor nieuwe generaties.

"Filmmakers onder de dertig zijn op zoek naar financiering, de juiste cast en interessante locaties in het hele land om hun eigen films te maken", zegt Leke, en noemt The Wedding Party uit 2015 als voorbeeld.

"De film werd een enorme hit en was de grootste kaskraker onder de Nigeriaanse films die ooit in de bioscoop te zien waren", voegt hij eraan toe. "En helemaal geweldig was dat het gros van de crew die er aan werkte jonger was dan 35."

Sommigen hadden in het buitenland gestudeerd en besloten dat ze "klaar waren met de oude garde". Ze wilden een nieuwe weg inslaan. Anderen zagen juist de enorme mogelijkheden van spiegelreflexcamera's en videocamera's om zo hun filmideeën tot leven te brengen. Ze hadden vrijwel allemaal veel profijt van de overgang naar digitaal en de opkomst van platforms voor 'Video on Demand' (VoD) zoals Netflix, of regionale diensten zoals Nollyland of Iroko TV.

"Nigeria heeft minder dan 100 bioscopen verspreid over het hele land", zegt hij. Voor een land met 190 miljoen inwoners zie je dat dit meteen beperkend is voor je publiek." Door platforms als Netflix waren filmmakers aanvankelijk op hun hoede - velen van hen hadden al kennisgemaakt met het risico van piraterij - maar de explosieve groei van de afgelopen jaren heeft VoD nu tot een grootmacht gemaakt.

Sinds de introductie in Afrika in 2016 heeft de service aanzienlijke investeringen gedaan, waaronder de aankoop van de eerste originele productie van Nollywood, Lionheart, en is het van plan om eigen shows en films voor de markt te maken.

Wat ligt er in het verschiet voor Nollywood?

De bijdrage van Nollywood aan de lokale economie kan niet worden overschat. De sector genereert momenteel jaarlijks $ 600 miljoen en biedt werk aan meer dan een miljoen mensen, waardoor het de op één na grootste arbeidsmarkt in Nigeria is na de landbouwsector.

Met goede opleidingen kan de kwaliteit van de films die we in Nollywood maken zich meten met elke andere filmbranche ter wereld."

De volgende grote uitdaging is om talent te blijven vinden en onderhouden in deze groeiende branche waar deskundige mensen nodig zijn. Leke heeft deze uitdaging aan den lijve ondervonden. "Het merendeel van de mensen in de branche is autodidact", zegt hij. "Ze hebben zichzelf alles aangeleerd op het werk of via internet. Onderwijs is van groot belang."

Op dit moment kent Nollywood slechts twee erkende overheidsinstellingen die cinematografie/filmproductie aanbieden als opleiding: het National Film Institute in Jos, Nigeria en NAFTI in Accra, Ghana.

De afgelopen jaren zijn er in het land echter verschillende particuliere filmopleidingen opgericht, een bewijs voor de vraag in het land. "En dan komt het Miraisha-programma om de hoek kijken", zegt hij. "We werken samen met het Pencil Film and Television Institute en NAFTI bij het geven van workshops over het maken van films en zoals je kunt zien, zitten de studenten te springen om die kennis en onderwijs."

Voormalig Miraisha-student Judith Audu is een schoolvoorbeeld hiervan. Ze heeft net haar nieuwste film L.I.F.E. afgerond, en tevens zelf geproduceerd. Ook was ze mede-schrijver, mede-producent en speelde ze een hoofdrol in bekroonde films als Just Not Married en Not Right, en heeft ze zichzelf zo wereldwijd op de kaart gezet op filmgebied. Bovenal heeft ze de films gebruikt als platform om kwesties als seksueel geweld en geweld op basis van geslacht aan de kaak te stellen.

Haar verhaal is een van de vele waarvan Leke hoopt dat het een enorm voorbeeld is voor toekomstige generaties Nollywood-filmmakers. "Dankzij het onderwijs kan de kwaliteit van de films die we in Nollywood maken zich meten met elke branche ter wereld", zegt hij.

Voor de jonge filmmakers van Nollywood betekent de ondersteuning van hun visie met de technische vaardigheden die nodig zijn om hem op het scherm te brengen, dat ze echt ongekende hoogten kunnen bereiken.

Lees meer over het Miraisha-programma van Canon en hoe we toekomstige generaties ondersteunen.

Verwant