Zo veranderde een documentaire van 90 seconden de carrière van een filmmaker

Daniel Simpkins vertelt over het maken van de korte documentaire waarmee hij de Stories in Motion-wedstrijd van Canon won en hoe de prijs zijn toekomst als filmmaker volledig veranderde
Een man leunt achterover tegen een rode tractor in het midden van een veld, terwijl een bruin-witte koe er een eindje naast staat, in een still uit de korte film Farm Life van Daniel Simpkins.

Daniel Simpkins maakte de opnamen voor zijn bekroonde film op de boerderij van zijn oom in Wiltshire, in het VK. "Veel moderne documentaires worden erg vanuit de hand geschoten en plaatsen je heel dicht bij de onderwerpen", zegt hij. "Farm Life voelde meer als nadenken over het onderwerp. Ik doe een stap terug en observeer." © Daniel Simpkins

Toen filmmaker Daniel Simpkins een paar dagen wat camera-apparatuur te leen kreeg, had hij geen idee dat hij daarmee een bekroonde film zou gaan maken. Maar een paar maanden later won hij de hoofdprijs van de Canon-wedstrijd voor korte films in het VK, Stories in Motion, in 2023.

"Ik was echt verbaasd dat ik won, omdat er veel getalenteerde filmmakers meededen", aldus Daniel. "Ik vond het zelf wel een aardige film, maar verwachtte niet dat ik er iets mee zou winnen."

Daniels film Farm Life is een prachtig gefilmde documentaire – van slechts 90 seconden – over de jonge boer Jeff. De film is doordacht, ingetogen en gefilmd in letterbox-formaat, en bestaat uit stilstaande beelden en zorgvuldig gearrangeerde bewegende beelden, met alleen Jeffs voice-over en omgevingsgeluiden van de boerderij op de soundtrack. De inspiratie voor het maken van de film kwam uit Daniels eigen familieachtergrond.

Hij is geboren en getogen in het zuidwesten van Engeland, en daardoor erg bekend met het plattelandsleven. De boer Jeff uit de film is Daniels neef. "Als je opgroeit op het platteland, blijft dit altijd een onderdeel van je", zegt hij. Daniel is al sinds zijn tienerjaren geïnteresseerd in film en media en volgde een filmstudie aan Falmouth University, waar zijn passie voor documentaires werd geboren. "Ik raakte gefascineerd door het maken ervan en realiseerde me dat de echte wereld net zo interessant is als fictie", voegt hij toe.

Na zijn afstuderen werkte Daniel korte tijd als runner in de filmproductie voordat hij zijn huidige baan als technicus bij een cameraverhuurbedrijf kreeg. Zijn werkgever stimuleert hem om camera's te lenen en apparatuurkennis te ontwikkelen door zelf te filmen, en zo ontstond Farm Life.

Een rij zwartbonte koeien staat achter hekken in een koeienstal en kijkt naar de camera in een still uit de korte film Farm Life van Daniel Simpkins.

In Farm Life heeft de kijker altijd enige afstand tot de onderwerpen, afgezien van één close-up van Jeff. "Je observeert en kijkt voortdurend", zegt Daniel. "Ik denk dat we dat tegenwoordig missen met dingen als TikTok. Mensen hebben een steeds kortere aandachtsspanne. Het is leuk om eens achterover te kunnen leunen en te kijken naar iets dat een langzamer tempo heeft." © Daniel Simpkins

De jonge filmmaker Daniel Simpkins staat met een stapel dozen met Canon-apparatuur in zijn handen naast presentator Alex Zane, die hem de hoofdprijs van de Canon-wedstrijd voor jonge filmmakers Stories in Motion overhandigt.

Daniel ontving de hoofdprijs in de Canon-wedstrijd voor jonge filmmakers Stories in Motion tijdens een speciale ceremonie in het Everyman Theatre in 2023 in Londen. "Ik heb soms erg last van angsten, maar ben tegelijkertijd enorm gedreven", vertelt hij. "Dat ik iets voor mezelf kon maken, was op een bepaalde manier een enorme ontlading van creativiteit en spanning, omdat ik het heb ook echt heb gedaan." Te zien is hoe Daniel zijn prijs in ontvangst neemt van presentator Alex Zane. © Fran Hales

Farm Life en succes bij de wedstrijd

"Ik zat in een creatief dal en had mijn zelfvertrouwen verloren, omdat veel van de films die ik had gemaakt nooit werden afgemaakt of ik er niet tevreden over was", vertelt Daniel. "Ik ben een beetje een perfectionist; als ik ergens niet tevreden over ben, laat ik het aan niemand zien omdat ik het altijd nog beter wil maken."

Toen zijn baas vertelde dat er apparatuur moest worden getest, kwam Daniel op het idee om zijn neef te vragen of hij bij hem kon filmen, gewoon als experiment. "Het leek mij een interessant onderwerp en ik had zo de kans weer wat tijd op het platteland door te brengen", vervolgt hij. "Het was een heel comfortabele situatie met een locatie en een persoon die ik goed kende, dus ik greep de kans en ging ermee aan de slag."

Daniel koos voor een ingetogen filmstijl, deels beïnvloed door oude Britse Pathé-documentaires. Hij filmde Jeff en de scènes op de boerderij zo eenvoudig mogelijk zodat het onderwerp voor zichzelf zou spreken. Op de set werd hij bijgestaan door zijn vader Philip en bracht hij een dag door met filmen en een dag later met monteren van de opnamen.

Daniel had op dat moment vrij weinig zelfvertrouwen, waardoor het project daar gemakkelijk had kunnen eindigen, maar een bevriende filmeditor zag zijn film en hielp hem de beelden te bewerken. Daniel had in eerste instantie geen geluid opgenomen. Daarom ging hij terug naar de boerderij en nam een interview op met Jeff die vertelde over het boerenleven. Ook nam hij geluiden op uit de omgeving van de boerderij. Daarna werd alles samengevoegd en was de film compleet.

Een technicus met paarse handschoenen werkt aan de bedrading van een Canon-camera op een tafel.

Heb je Canon-apparatuur?

Registreer je apparatuur voor advies van experts, onderhoud van apparatuur, toegang tot inspirerende evenementen en exclusieve aanbiedingen met Canon Professional Services (CPS).

Daniel had een advertentie gezien voor de Canon-wedstrijd Stories in Motion. Met wat aanmoediging van zijn vrienden besloot hij mee te doen. En ze hadden gelijk; de jury was helemaal weg van Farm Life en koos deze film uit een enorm aantal inzendingen als winnaar van de documentairecategorie en als algehele winnaar.

Hij ontving zijn prijs tijdens een speciaal evenement in het Everyman Theatre in Londen. "Het feit dat ik als winnaar uit de bus kwam, gaf me veel vertrouwen dat ik films van hoge kwaliteit kon maken en de verzekering dat ik de goede kant op ging", zegt Daniel. "Het heeft me zeker gestimuleerd om zelf meer films te maken."

We spraken Daniel twee jaar nadat hij deze prijs had gewonnen en het was meteen duidelijk dat deze wedstrijd ook een positieve impact op zijn toekomst als filmmaker heeft gehad. "Ik mag mezelf echt gelukkig prijzen dat ik een carrière als documentairemaker heb weten te verwezenlijken. Mijn werk heeft me overal ter wereld gebracht, van de VS tot de VAE, Senegal, Kroatië, Oostenrijk en natuurlijk heel Groot-Brittannië. Maar het grootste voorrecht was toch echt wel dat ik in mijn eigen Cornwall de vergeten mijnen met het team van Carbis Bay kon verkennen," zegt hij.

Een man in stoffige blauwe kleding en met een rode helm met hierop een hoofdlamp kijkt recht in de camera, in een still uit Daniel Simpkins' huidige documentaireproject dat zich afspeelt in verlaten mijnen in Cornwall, vastgelegd met de Canon EOS C70 Cinema-camera.

Daniels volgende filmproject was The Lost Boys of Carbis Bay, een documentaire over een groep amateur-mijnverkenners in het Britse Cornwall, met zijn Canon EOS C70. "Ik wil voorlopig documentaires blijven maken, maar zou uiteindelijk graag de stap willen maken naar fictie als ik tevreden ben over wat ik op dat moment in mij heb", zegt hij. © Daniel Simpkins

Een still van een man die abseilt in een oude mijnschacht en omhoog kijkt naar zijn touwen. De still is afkomstig uit Daniel Simpkins' huidige documentaireproject dat zich afspeelt in de verlaten mijnen in Cornwall, vastgelegd met de Canon EOS C70 Cinema-camera.

Daniel maakt het liefste documentaires met een ingetogen stijl. "Een film hoeft niet altijd overweldigend te zijn of een spannend einde te hebben om mensen geïnteresseerd te krijgen", zegt hij. "Ik houd van het idee om gewoon naar iemand te kijken. Als je zoiets goed filmt, kan iedereen naar mijn idee interessant zijn om naar te kijken." © Daniel Simpkins

De mijncultuur van Cornwall verkennen door een objectief

Daniel won een Canon EOS C70 en een Canon RF 24-70mm F2.8L IS USM-objectief, dat hij gebruikte om in het Britse Cornwall een nieuwe documentaire te maken. Het graafschap was tot de jaren 90 van de vorige eeuw de thuisbasis van een bloeiende tinmijnindustrie en Daniels film volgt de leden van de Carbis Bay Crew, een groep speleologen en duikers, die als hobby de verlaten mijnen van Cornwall verkennen.

"Elk lid van de crew is een karakter op zich", zegt Daniel. "Het kan een behoorlijk gevaarlijke hobby zijn, maar ze hebben elk hun eigen reden om de mijnen in te gaan. Soms hebben ze een geschiedkundige interesse, of gaan ze voor de adrenalinekick. Anderen zoeken gewoon een gemeenschap van gelijkgestemden met wie ze elk weekend op pad kunnen gaan. Ik ging dus mee ondergronds en filmde ze tijdens het werk."

In zijn eigen woorden beschrijft Daniel The Lost Boys of Carbis Bay als een documentaire van 30 minuten waarin een onwaarschijnlijke groep dappere verkenners wordt gevolgd die op zoek is naar de vergeten mijnen van Cornwall, maar wat uiteindelijk zou uitlopen in een onverwachte ontdekkingsreis naar zichzelf. "De zoektocht naar het onbekende werkte voor dit hechte team bevrijdend en stelde ze in staat om hun zorgen voor even opzij te zetten en zich op te laden voor de uitdagingen van het dagelijkse leven," voegt hij toe.

Achter de camera had Daniel niet alleen de verantwoordelijkheid om het verhaal van deze gemeenschap in Cornwall te vertellen - een regio die naar zijn mening nauwelijks authentiek in beeld wordt gebracht - maar ook om tegelijkertijd thema's als mannelijkheid, doel en saamhorigheid te verkennen.

"We wilden met de film ook het gesprek aanzwengelen over de mentale gezondheid van mannen. De groep bestaat voor het grootste deel uit mannen in de leeftijd van 40 tot eind 60. Velen van hen beschouwen deze mijnen als een manier om even niet na te hoeven denken over 'de wereld boven'. We waren erg trots op de steun van MANUP?, een liefdadigheidsinstelling voor de mentale gezondheid van mannen met een missie die ons ook na aan het hart ligt: het stigma verwijderen dat aan de term 'vermannen' kleeft en mannen stimuleren om aan gemeenschappen deel te nemen en openhartig te zijn," vertelt hij.

Daniel begon met het maken van de film voordat hij de wedstrijd won, maar hij was op een punt gekomen dat hij niet zeker wist of hij ermee door kon gaan, omdat hij het risico niet durfde te nemen om met geleende apparatuur in zo'n omgeving te gaan filmen. "Het werd me al gauw duidelijk dat ik de echte spirit van het team van Carbis Bay alleen maar kon vastleggen door zelf ook onder de grond te gaan en me bij de groep aan te sluiten. Ik zat op een gegeven moment nogal vast in het project. En ik wist niet hoe ik verder moest gaan. Maar opeens won ik, zeer onverwacht, de EOS C70. Daarmee veranderde echt alles."

Hij zegde zijn baan in Londen op, verhuisde terug naar Cornwall, filmde het team van Carbis Bay drie maanden lang en bewerkte de film met zijn editor, Angus Breton. "Zonder die camera was de film niet half geweest wat deze uiteindelijk is geworden. Sterker nog, ik denk dat die hele film er niet zou zijn geweest," zegt hij.

Cinematograaf Tania Freimuth buigt over een Canon EOS C70, die is bevestigd op een statief.

Zo start je je indie-filmcarrière

Cinematograaf Tania Freimuth vertelt ons hoe een onafhankelijke film tot stand komt en geeft tips over wat je moet filmen, hoe je je uitrusting optimaal benut en hoe je kunt samenwerken met andere professionals.
Filmmaker Daniel Simpkins op een set in een mijn. Hij gebruikt een Canon Cinema EOS-camera.

Daniel zette zijn project voort met de Canon EOS C70 in combinatie met twee objectieven: de Canon RF 15–35mm F2.8L IS USM en de Canon RF 24–70mm F2.8L IS USM. Voor het geluid gebruikte hij een microfoon op de camera en een radiomicrofoon. "Ik heb alles in een Peli-koffer ingepakt. Er was nog maar net genoeg ruimte voor een essentiële reinigingsset voor de camera en objectieven," zegt Daniel, waarbij hij het belang van de compacte uitrusting voor zijn ongebruikelijke opnamesituatie benadrukt. © Daniel Simpkins

Een still uit de film met het silhouet van een mijnverkenner onder de grond, vastgelegd met de Canon EOS C70 Cinema-camera.

Een van de redenen waarom Daniel deze film wilde maken, was dat hij wilde begrijpen waarom mensen het zo leuk vonden om donkere, verborgen plekken te onderzoeken. Het zou ook zijn angst om onder de grond te zijn behoorlijk op de proef stellen. Hij had een Cinema-camera om vast te leggen wat hij zag. "Deze camera [de Canon EOS C70] werkte uitstekend bij weinig licht. Ik kon helemaal tot ISO 3200 instellen en dan kreeg ik nog steeds helder, gedetailleerd beeldmateriaal met slechts minimale ruis in de schaduw," zegt hij. © Daniel Simpkins

Uitdagingen overwinnen met een compacte Cinema EOS-camera

Als filmmaker kreeg Daniel met talloze fysieke, mentale en emotionele uitdagingen te maken, dus een compacte, betrouwbare camera-uitrusting was noodzakelijk om zijn visie zonder extra complicaties te realiseren.

"De meeste mijnen zijn alleen toegankelijk via een touw, waarbij je soms wel meer dan 50 meter naar beneden moet klimmen. En als je eenmaal onder de grond zit, wordt het er niet makkelijker op. Je moet door koud water waden, op handen en knieën kruipen, over rotsen heen klimmen, jezelf door nauwe doorgangen wurmen en je door plakmodder heen worstelen. Als je echt op avontuur gaat, moet je in goede fysieke conditie zijn, anders zit je binnen een mum van tijd vast en zit je echt in de problemen," beschrijft hij.

Om deze film te produceren, was het voor Daniel een ware mentale uitdaging om zijn angst om onder de grond te zitten te overwinnen.

"Voor mij voelt het claustrofobisch en onveilig. Ik denk dat ik de film daarom in eerste instantie wilde maken: ik wilde begrijpen waarom mensen het zo leuk vinden om deze donkere, verborgen plekken te verkennen. Toen ik voor de eerste keer via een touw in een mijn moest afdalen, vroeg ik me oprecht af waarom ik aan dit project was begonnen. Ik was helemaal aan het trillen van de adrenaline toen ik weer met twee voeten op de grond stond, ik kon de camera amper stil houden. Maar gek genoeg was het volgens mij die camera waardoor ik over mijn angst heen durfde te stappen. Als je je concentreert om de perfecte opname te krijgen, dan begin je de situatie door het objectief te bekijken. Door dat onderscheid voelde het voor mij beheersbaar.

"Dankzij dat perspectief kon ik verder. Op een bepaalde manier," zo onthult hij, "gaf het filmen me een beschermd gevoel, een manier om controle te houden over een situatie die ik eigenlijk doodeng vond."

Ook de belichting gaf nogal wat uitdagingen, vooral wanneer je vanuit een donkere mijn opeens weer in verblindend zonlicht terechtkomt. Maar Daniel had veel baat bij het gebruik van een ND-filter, dat hij met één druk op de knop kon instellen. "Ik was al bekend met Canon-camera's, maar ik ben gek op de EOS C70 omdat hij interne ND-filters heeft, alles zich binnen handbereik bevindt en hij gewoon zo compact is", vertelt hij. "Deze camera is ideaal voor het filmen van documentaires. Het is echt heel speciaal als je kunt werken met 4K-beelden en opnamen kunt maken in Canon RAW-indeling. Hij is ook heel robuust, zodat ik echt unieke beelden kon opnemen."

Een andere opvallende functie voor Daniel was de autofocus. "Onder de grond, waar het pikdonker is en de omstandigheden onvoorspelbaar zijn, was de snelle en betrouwbare autofocus van onmisbare waarde. Ik kon mij zo volledig focussen op de kadrering en storytelling, zonder me constant zorgen te hoeven maken over de scherpte van het beeld," deelt hij.

De filmposter van The Lost Boys of Carbis Bay, gemaakt door Daniel Simpkins, met daarop vier mannen in zwart-wit.

Nadat Daniel de film had voltooid, hoste hij een privévertoning met de gezinnen van het team van Carbis Bay. Omdat de reacties positief waren, nam hij in 2025 deel aan het filmfestivalcircuit, waarbij hij werd gesteund door productiemaatschappij Roll Nine, opgericht door Kirsty Malcolm. © Daniel Simpkins

Een still van een mijnverkenner die in een mijn abseilt in een heel krappe ruimte. Hij draagt een veiligheidshelm waarop een hoofdlamp is bevestigd en kijkt naar de rotspartij voor hem, vastgelegd met de Canon EOS C70.

Dankzij de film kregen de gezinnen van de mijnverkenners een realistisch beeld van de dagelijkse werkzaamheden van hun vaders, echtgenoten, broers of partners. "Het werd me al gauw duidelijk dat dit om meer ging dan alleen de spanning van het moment. Het ging om iets veel diepers," zegt Daniel, na afloop van zijn ervaring. © Daniel Simpkins

Een andere blik op de wereld dankzij het filmen

Voordat de film officieel in première zou gaan, liet Daniel de documentaire tijdens een privévertoning aan het team van Carbis Bay en hun gezinnen zien. Dit was, naar eigen zeggen, een 'angstaanjagende' ervaring. "Het is een heel joviale groep mensen die altijd met elkaar ginnegappen. Ze hebben het hart niet op hun tong liggen. De mijnen zijn echt hun toevluchtsoord. Maar tijdens de interviews kwamen zeer persoonlijke verhalen naar boven. En dat was opeens allemaal op het grote scherm te zien, waar al hun vrienden en familie bij zouden zitten," vertelt hij.

Daniel, die zich vooraf zorgen maakte over hun reacties, was aangenaam verrast over de respons.

"Volgens mij waren al die gasten wel zenuwachtig over hoe ze zouden overkomen, maar op hun eigen manier waren ze allemaal geraakt. Ook de gezinnen reageerden heel sterk. Voor velen was dit gewoon 'papa's rare hobby'. Ze begrepen niet echt wat hij daar beneden allemaal uitspookte. De film gaf hen nieuwe inzichten. Je merkte echt dat het perspectief veranderde, dat ze een gevoel van trots kregen," zegt Daniel.

Naar aanleiding van deze positieve respons besloot Daniel de film begin 2025 in te zenden bij filmfestivals, wat hij nog nooit eerder had gedaan. Omdat het nogal een doolhof bleek, deelt hij zijn advies voor beginnende filmmakers die het filmfestivalcircuit ook voor de eerste keer willen betreden:

1. Hoe sterk je film ook is: bereid je voor op afwijzing.
2. Bedenk van tevoren een strategie, omdat de inzendingskosten al snel kunnen oplopen. Als je niet oppast, ben zo heel wat geld kwijt.
3. Denk na over welk festival geschikt is voor jouw film. Als je specifieke thema's of genres behandelt, zijn daar vaak nichefestivals voor. The Lost Boys of Carbis Bay kent bijvoorbeeld een sterk avontuurlijk element.
4. Het kan ook een groot verschil maken als je een (uitvoerend) producent kunt vinden.

Uiteindelijk wil Daniel fictie maken, maar voor de nabije toekomst is hij van plan door te gaan met documentaires. "Met documentaires ontmoet je mensen die je anders nooit zou ontmoeten en hoor je andere meningen en manieren van denken. Het opent je geest echt wat meer", zegt hij. "Als je bij familie en vrienden bent, heb je de neiging om de wereld op een bepaalde manier te zien. Met documentaires dwing je jezelf om erop uit te gaan om andere mensen te ontmoeten en met hen te communiceren. Ik vind het echt leuk om de meningen van anderen te horen en over verschillende manieren van leven te leren."

Advies van een filmmaker, voor filmmakers

Op de vraag welke tips hij andere jonge filmmakers kan geven die hun eigen projecten willen nastreven, antwoordt Daniel: "Veel jonge filmmakers trappen in de valkuil dat ze te ambitieus worden over wat ze willen doen, of dat hun projecten te groot worden om nog af te ronden. Maar ik denk dat als je gewoon rondkijkt naar wat zich al om je heen bevindt, je dan waarschijnlijk genoeg stof ziet om een film van te maken.

"Wat ik vooral heb onthouden van mijn ervaring is dat je niet bang moet zijn om zelf een film te maken. Je hoeft niet op anderen te wachten om de boel in gang te zetten. In mijn geval haalde ik veel voldoening uit het zelf regisseren, filmen en produceren van de film. Het heeft me echt gemotiveerd, want ik heb aan mijzelf bewezen dat ik het kan."

Wat voor tips zou hij zichzelf - met de kennis van nu - hebben gegeven toen hij de documentaire over het team van Carbis Bay begon te filmen?

Dit zijn de drie belangrijkste tips van Daniel Simpkins als je zelf met je eerste documentaire aan de slag wilt:

1. "Ik zou mezelf eerder bij de gemeenschap proberen aan te sluiten en meteen vanaf het begin de juiste tools kiezen. Pas toen ik echt bij het team van Carbis Bay hoorde, kregen ze meer vertrouwen in mij. Toen werden die gasten pas openhartig. Echte relaties kun je gewoon niet faken. Als je niet echt interesse hebt in de mensen die je filmt, zul je nooit een oprechte documentaire kunnen maken. Ik dacht veel te lang na over de vraag hoe ik als buitenstaander een oprecht portret van de mannen kon maken, zonder dat ik me helemaal in hun wereld onderdompelde. Maar toen ik die omslag maakte, veranderde alles."

2. "Dan is er natuurlijk de uitrusting. Ik dacht altijd dat je voor het beste resultaat ook de beste, duurste camera en objectieven nodig had. Maar achteraf bleek dat ik veel meer baat had bij een compacte, robuuste camera die speciaal voor documentairefilmen was ontwikkeld. En die camera was de Canon EOS C70. Hij gaf me de vrijheid om vrijuit te bewegen, om me aan de situatie aan te passen en om in heel uitdagende omstandigheden te filmen, zonder afbreuk te doen aan het verhaal."

3. "Documentaire is, technisch gezien, een heel 'vergevend' medium. Maar al te vaak streven filmmakers bioscopische beelden na, terwijl de echte kracht juist in het verhaal en de connectie ligt. Alles viel op z'n plek toen ik de EOS C70 begon te gebruiken. Eindelijk had ik de juiste tool om het verhaal zo te vertellen dat het goed tot zijn recht kwam."

David Clark and Danielle Grimster

Gerelateerde artikelen

Achter de schermen van Haulout

Evgenia Arbugaeva vertelt over het maken van de voor een Oscar genomineerde documentaire, de apparatuur die ze gebruikte en waarom ze zowel graag met foto's als met video werkt.

Goedgekeurd door Netflix: Cinema EOS-camera's van Canon

Nu de EOS C80 op de lijst staat, kun je ontdekken hoe de Cinema EOS-serie voldoet aan de opnamenormen voor Netflix Originals.

Wat is de beste Canon-apparatuur voor het maken van films?

Ontdek de beste Canon-camera en objectiefopties voor elk filmbudget, wat je ook te besteden hebt.

Hoe de Canon Video Grant jou kan helpen

Michaël Zumstein, Camille Millerand en Irene Baqué waren de eerste drie winnaars van Canon's prijs voor filmmakers van korte documentaires. Zij delen hier hun ervaringen en tips.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Klik hier voor inspirerende verhalen en het laatste nieuws van Canon Europe Pro