Tips voor het fotograferen van vogels voor beginnende fotografen: Aan de slag gaan

Voor vogelfotografie heb je niet per definitie grote lenzen en camouflagekleding nodig, en je hoeft ook niet uren in een vogelkijkhut te zitten. Met een systeemcamera van Canon en een compacte RF-telelens zoals de Canon RF 75-300mm F4-5.6 kun je sneller reageren, in de buurt van je eigen huis blijven en hoef je geen zware apparatuur mee te nemen. Ollie Olanipekun, medeoprichter van het vogelspotcollectief Flock Together, zegt: "We zijn heel actief in hoe we dingen aanpakken. Omdat we constant onderweg zijn, hebben we niet echt tijd om lange lenzen mee te nemen en vervolgens te zitten en te wachten zoals traditionele wildlifefotografen."

Flock Together organiseert maandelijks natuurwandelingen voor mensen van kleur in en rond Londen. Iedereen is welkom, van liefhebbers die vogels spotten in de stad en vogelaars tot beginnende fotografen. "Daarnaast organiseren we evenementen die voor iedereen toegankelijk zijn", legt Ollie uit. "Op dit moment doen er ongeveer 300 mensen per maand mee.

"Het draait allemaal om de creatieve kant van vogelspotten, wat voor mij een belangrijke manier is om de natuur te waarderen. Je kunt gewoon naar buiten gaan en omhoog kijken, of zelfs gewoon uit je raam kijken."

Ollie gebruikt meestal zijn smartphone om vogelfoto's te maken, maar hij heeft onlangs de Canon EOS R100-systeemcamera voor beginnende fotografen uitgeprobeerd in combinatie met de lichte Canon RF 75-300mm F4-5.6-zoomlens, een geweldige lens voor beginnende fotografen.

"Hij was heel gemakkelijk in het gebruik, maar wat ik vooral heel prettig vond, was dat ik weer een zoeker kon gebruiken", zegt hij. "In het begin gebruikte ik het camerascherm, maar toen ik naar de zoeker schakelde, kon ik veel meer details zien, vooral als het zonlicht werd geblokkeerd. Wij, de volgende generatie, zijn vergeten hoe nuttig zoekers zijn, omdat we altijd onze telefoons gebruiken."

Hier legt Ollie uit hoe het was om te upgraden van een smartphone naar een systeemcamera en deelt hij zijn beste tips voor vogelfotografie voor beginnende fotografen.

Besteed wat tijd aan het observeren van vogels, zodat je een gevoel krijgt voor hun gedrag. Dit helpt je te voorspellen wat ze kunnen gaan doen en geeft je een betere kans om voldoende dichtbij te komen voor een goede foto.

"Bij vogels is het uiterst belangrijk om plotselinge bewegingen te vermijden", zegt Ollie. "De EOS R100 is ideaal om onopvallend te blijven als je met deze zoomlens dichtbij wilt komen voor een foto, maar je moet de vogel ook respecteren. Probeer in dezelfde richting te bewegen als waar de vogel heen gaat, maar wees ook bereid om je even terug te trekken en de vogel ruimte te geven als deze zich niet op zijn gemak lijkt te voelen."

De Canon RF 75-300mm F4-5.6-lens is gemaakt voor full-frame camera's, maar als je deze gebruikt op een APS-C-camera zoals de EOS R100, krijg je een extra groot bereik. Het beeld is vergelijkbaar met het beeld van een 120-480mm-lens. Dat komt doordat APS-C-camera's het beeld iets bijsnijden, waardoor je onderwerp vanaf een grotere afstand in het kader wordt weergegeven, zodat je niet zo dichtbij hoeft te komen om een geweldige foto te maken.

Let op signalen dat een vogel iets interessants gaat doen. Veel vogels laten bijvoorbeeld wat poep vallen vlak voordat ze wegvliegen, dus dat kan een aanwijzing zijn om je voor te bereiden en een reeks foto's te maken. "Als je een vogel gewoon ziet zitten, zorg er dan voor dat je klaar bent voor het maken van een foto en wees geduldig", zegt Ollie. "Dat is vaak het moment vlak voordat ze iets interessants gaan doen!"

Het gebruik van een telelens is vergelijkbaar met het gebruik van een observatietelescoop of vogelkijker. De camera heeft een smallere beeldhoek dan een standaardcameralens, wat betekent dat er minder van de scène wordt vastgelegd, maar dat de vogel groter op je foto wordt weergegeven. Houd er wel rekening mee dat als je ver hebt ingezoomd, het moeilijker kan zijn om je onderwerp te volgen.

"We helpen mensen hiermee tijdens onze wandelingen", zegt Ollie. "We zeggen altijd dat je je ogen moet gebruiken om de vogel te vinden voordat je je verrekijker erbij pakt, en ik gebruikte dezelfde techniek met de camera."

Het werken met een zoomlens zoals de Canon RF 75-300mm F4-5.6 maakt dit gemakkelijker, omdat je met groothoek kunt beginnen om je vogel te vinden voordat je inzoomt om je foto te kadreren.

"Hij was zo snel", zegt Ollie. "Op een telefoon gebruik je twee vingers om te zoomen met een knijpbeweging, maar de RF 75-300mm F4-5.6-zoom is heel ergonomisch. Je draait hem gewoon en hij zoomt."

Een lange lens helpt je in te zoomen op vogels die ver weg zijn, maar een lange lens kan ook cameratrillingen zichtbaarder maken. Om je camera stabiel te houden en scherpere foto's te maken, kun je proberen de draagriem een paar keer om je arm te wikkelen en strak aan te trekken, je ellebogen in te trekken en tegen iets stevigs te leunen, zoals een muur of boomstam.

Door korte bursts te maken in plaats van één foto, kun je de kans op een goede foto vergroten. "Je kunt je camera in de sportmodus zetten en de ontspanknop ingedrukt houden om snel een heleboel foto's te maken", raadt Ollie aan. "Je favoriete foto kun je dan op een later moment kiezen."

Zelfs als je voorzichtig beweegt en een lange lens gebruikt, kan het nog steeds moeilijk zijn om dicht genoeg bij wilde vogels te komen om het kader te vullen. Maar met een paar eenvoudige tips voor het samenstellen van foto's kun je opvallendere vogelfoto's maken.

Een handige tip is om de regel van derden te gebruiken. Je kunt een raster van 3 bij 3 activeren in de zoeker van je camera en de vogel vervolgens zo uitlijnen dat deze zich dicht bij een kruising van een verticale en horizontale lijn bevindt. Dit zorgt er vaak voor dat het beeld evenwichtiger aanvoelt dan wanneer je de vogel in het midden plaatst.

Het fotograferen van elementen van de omgeving van de vogel kan kijkers ook een beter beeld geven van hun natuurlijke leefomgeving, oppert Ollie. "Ik heb veel foto's gemaakt van vogels op boomtakken en boomstronken. Ik neem die context graag op in mijn foto's", zegt hij.

Je hoeft vogels niet per se te fotograferen terwijl je staat. Ga zitten of liggen om op gelijk niveau te komen met vogels op de grond. Je krijgt dan wel meer van de achtergrond in je foto, dus controleer of er geen afleidende takken of felgekleurde objecten zijn die de aandacht van de kijker trekken.

"Ik ben er zo aan gewend om met mijn telefoon vanaf hoofdhoogte foto's te maken," zegt Ollie, "maar toen ik de EOS R100 gebruikte om een aantal Canadese ganzen te fotograferen, zat ik op mijn knieën of hurken, en door de lage hoek zagen de foto's er zo veel beter uit."

Als je dichtbij genoeg komt om een vogelportret te maken, is het de moeite waard om je te concentreren op de kleine details die een groot verschil kunnen maken voor je foto.

Probeer een geringe scherptediepte te gebruiken om de vogel uit de achtergrond te laten springen. Stel hiervoor de camera in op de Av-modus (diafragmavoorkeuze) en kies vervolgens het laagst beschikbare f-getal, zoals f/4 of f/5.6. Dit geeft je het grootste diafragma om de achtergrond te vervagen. Zoom zo veel mogelijk in, zodat je de vogel kunt isoleren tegen een klein deel van zijn omgeving.

Bij veel zoomlenzen verandert het grootst beschikbare diafragma op basis van hoe ver je inzoomt. Met de Canon RF 75-300mm F4-5.6 krijg je bijvoorbeeld f/4 bij 75mm en f/5.6 bij 300mm. Maak je geen zorgen: als je de Av-modus gebruikt, past je camera automatisch het diafragma aan terwijl je zoomt.

Zorg ervoor dat je je concentreert op het oog van de vogel. Geavanceerde Canon EOS R-systeemcamera's zoals de Canon EOS R7 worden geleverd met AF-dierenoogdetectie, waarmee de camera automatisch het oog van een vogel kan vinden en volgen, zelfs als je foto's van vliegende vogels maakt. Als je een van de geavanceerde opnamemodi van de camera gebruikt, kun je het scherpstelpunt ook handmatig verplaatsen om het uit te lijnen met het oog.

"Meestal is het scherpstelpunt in het midden vergrendeld," zegt Ollie, "maar als je het binnen het kader kunt verplaatsen, kun je de vogel scherp houden zonder de camera te verplaatsen." Dit geeft je meer creatieve vrijheid: "Als je wilt scherpstellen op een vogel linksboven in de foto, kun je dat doen zonder dat je je hele foto opnieuw moet kadreren."

Als je rennende, etende of vliegende vogels scherp in beeld wilt houden, kun je de camera bewegen of pannen met dezelfde snelheid als de vogel. Je moet ook continue autofocus gebruiken, zodat de camera de vogel kan blijven volgen terwijl deze beweegt. In de sportmodus wordt dit automatisch gedaan, maar als je de Av-modus (diafragmavoorkeuze) of een andere geavanceerde opnamemodus gebruikt voor vogelfotografie, moet je de automatische scherpstelling instellen op Servo AF.

Ollie raadt aan continue opnamen te maken. Hiervoor moet je de transportmodus van de camera instellen op continue opnamen. De sportmodus doet dit echter standaard. "Houd er rekening mee dat de eerste foto niet altijd perfect wordt, maar blijf opnames maken", adviseert hij. "Je zult verbaasd zijn over wat het je uiteindelijk oplevert als je bereid bent om gewoon non-stop opnamen te maken. Ik heb tijdens het bekijken van mijn foto's details gezien die ik volledig heb gemist toen ik de foto's maakte."



Geschreven door Marcus Hawkins